Meerijden

door Hans Böhm
“Wat is er met jou aan de hand?” ze kijkt hem totaal verbouwereerd aan. De plaats van handeling is de keuken, het is in de ochtend, gisteravond zijn ze laat teruggereden uit Zuid-Frankrijk. Het waren een paar rustige weken geweest: lekker weer, goed eten, mooie boeken, gezonde wandelingen. En nu staat ze tevreden een eitje te bakken totdat haar man komt binnenlopen en een niet te stuiten tirade begint. “Pas op, pas toch op, je moet meer boter in de pan doen. O mijn god, je bakt er teveel tegelijk. Doe toch wat minder! En nu draaien. DRAAIEN! O, waar halen we nu de boter vandaan? Dit gaat niet goed. Ik heb het je zo vaak gezegd, dit gaat niet goed. Je luistert ook nooit naar me als je staat te koken. Ze gaan zo aan de pan kleven. Dat wordt weer een nieuwe pan. Ja hoor, je zult ’t zien. En je moet zouten. ZOUT erbij! ZOUT!ZOUT! ZOUT! EN PEPER!”

Ze twijfelt even erg aan alles. Dit komt zo uit het niets. Wie is die man? En daarom zegt ze, terwijl de lepel boven de pan blijft zweven, met grote ogen en opgetrokken wenkbrauwen: “Wat is er met jou aan de hand?” Maar alles komt weer op zijn plek als de verwilderde blik plaatsmaakt voor zijn vertrouwde lach: “Ach, ik wilde je even laten voelen hoe het is als we samen rijden”.

Ik ben zelf de ergernis voorbij. Als Leny weer eens een tip geeft (‘pas op voor die tram’) dan reageer ik gematigd enthousiast (‘Ik zag hem, hij is nogal aanwezig, hè. Zie je ook die vrachtwagen?’). Toen zij onlangs zelf eens achterin zat en een van onze moeders voorin, toen schoot ze in de lach bij al die goedbedoelde aanwijzingen (tot ‘hier naar links Hans’, aan toe, op de hoek voor de eindbestemming). Het is meer iets voor vrouwen dan voor mannen om mee te rijden. Het eigenaardige is dat het een beetje op de irritatiespier werkt. Waarom? Er zit geen kwaad bij, of betweterigheid. Als een bepaalde grens overschreden is, wil ik nog wel eens uitvoerig uitleggen dat ik doorgaans alleen rijd, al veertig jaar zonder aanwijzingen geen ongelukken heb en of mijn goede raadgeefster ook let op de auto die vóór de voorligger zit, want als je daarop reageert voorkom je in de meeste gevallen al de problemen.

Dat rijden iets is dat je op je ruggenmerg doet. Een paar jaar geleden kreeg ik voor mijn verjaardag een tom-tom. Ik heb hem afgesteld op Karin, een vriendelijke stem die me door het wegenweb leidt. Als ik een kortere route neem in de binnenstad, dan wil Karin nog wel enige straten lang dat ik omdraai. Dan zet ik het geluid niet uit maar vertel Karin dat ze het weliswaar goed bedoelt maar dat ze het niet zo goed weet. Het gekke is dat ze er niets van leert, want de volgende keer adviseert ze weer dezelfde omweg. Wij hebben nooit problemen, Karin en ik. En als zij meerijdt, gaan de gesprekken vaker over andere dingen.

Dit bericht is geplaatst in Vrouwenblad Midi. Bookmark de permalink.

Geef een reactie