Telegraaf: Moeder Polgár is terug

Moeder Polgár is terug

Inleiding.
Judit Polgár was vanaf haar geboorte, Boedapest 23 juli 1976, onderdeel van een omstreden experiment, evenals haar zussen Szuza (1969) en Sofia (1974). Haar ouders, de psycholoog Laszlo Polgár en de onderwijzeres Klara, voerden in de praktijk de theorie uit dat ‘genieën worden gemaakt, niet geboren’. Zij kozen de schaaksport omdat daar prestaties goed kunnen worden gemeten en omdat vrouwen in het algemeen beduidend minder presteren dan mannen. Alledrie de dochters presteerden uitzonderlijk goed maar Judit spant de kroon. Zij nam, met vijftien jaar en vier maanden, het record ‘jongste grootmeester’ over van Bobby Fischer en is een echte wereldtopper sinds 1994. Haar hoogste positie op de wereldranglijst was een achtste plaats in 2003. Inmiddels is zij moeder van twee kinderen. Deze week speelt ze mee in het UNIVE-toernooi te Hoogeveen met ex-wereldkampioen Vladimir Kramnik (Rus) en de beste mondiale jeugdspelers Maxime Lagrave (Fr.) en Anish Giri.

Judit Polgár.
Toen Judit twaalf jaar was voorspelde ex-wereldkampioen Michael Tal dat zij de potentie had om de hoogste titel te behalen. Zij speelde al blindschaak met vijf jaar en versloeg negen wereldkampioenen, inclusief Anand, Topalov, Kasparov en Karpov. “Natuurlijk zijn mijn ambities anders komen te liggen sinds ik zelf de opvoeding doe van mijn zoon Oliver (2004) en mijn dochter Hanna (2006). Ik kan niet meer zo vaak en zo lang weg zijn van huis en ook de studie en motivatie is minder dan in mijn toptijd. Toch kriebelt er weer wat en mijn laatste resultaten geven nieuwe inspiratie. Feitelijk kwam dat door de overwinning op Boris Gelfand in de World Cup 2009. Het was die partij die iets teweeg bracht. (In 2012 speelt Gelfand de WK-match met Viswanathan Anand. H.B.). Ik ben de druk kwijt van het wonderkind zijn en van wereldkampioen te moeten worden. Ik speel nu meer met plezier en ben zelf ook verbaasd over m’n huidige resultaten.

Ook in mijn sociale leven is meer rust gekomen. Ik ben gelukkig met mijn man, hij is dierenarts, we zijn onlangs verhuisd met alle rompslomp van dien. De kinderen, Oliver is zeven en Hanna is vijf jaar, zorgen voor weinig rust en hebben volwaardige aandacht nodig. Ik denk wel dat een man zich daar iets makkelijker van kan losmaken als hij aan het werk gaat, dus er is toch verschil! Het is normaal dat ik niet meer acht uur per dag kan studeren, dat ik me niet meer optimaal kan voorbereiden op m’n tegenstander, dat ik de computer maar ten dele kan raadplegen. Ik heb me daar bij neergelegd en ik ga mijn kinderen niet de schuld geven van mijn mindere periode, ik was sowieso toe aan een verandering van mijn leven. Ik doe nu mijn best onder de huidige omstandigheden en het gaat zoals het gaat.”

In 1988 en 1990 won Hongarije de gouden medaille in de vrouwencompetitie op de prestigieuze schaakolympiade dankzij de drie Polgár-zussen. Dat was de laatste keer dat Judit meespeelde in de aparte vrouwencategorie. Vanaf haar veertiende had zij geen concurrentie meer van vrouwen en dat is nog steeds zo. Maar omdat er inmiddels al enkele goede vrouwelijke grootmeesters zijn, die van iedereen kunnen winnen, wordt een wereldtitel bij de vrouwen wellicht toch interessant?

“Het is waar dat er enkele Chinese en Indiase en Russische grootmeesters zijn, die professioneel genoeg zijn om tegen te spelen. Ik ambieer die titel niet want ik heb me daar juist heel bewust van gedistantieerd. Maar als de voorwaarden de moeite waard zijn zou ik het nu niet meer zomaar naast me neerleggen. Dan zou de wereldschaakbond FIDE wel iets meer zekerheid moeten bieden want zij opereren de laatste tijd zonder duidelijke richtlijnen. Het ene jaar is het systeem zus, het andere jaar zo. FIDE doet iets en gaat dan nadenken, dat is tegengesteld aan de manier van opereren van een schaker. Nu zijn ze weer bezig met de bedenktijden per partij. Dat zal voor de buitenwereld misschien niet zo ingrijpend overkomen maar voor spelers zijn verschillende bedenktijden per toernooi ingrijpend en het beïnvloedt de kwaliteit van het spel.”

Judit en haar zussen hebben een ongewone jeugd gehad, waarin de ouders zich niet alleen intens bemoeiden met de algemene ontwikkeling, de scholing in huis, maar er ook een hard regime was voor het leerproces en de prestaties in de schaaksport. Heeft ze ooit overwogen om het experiment te verbeteren en toe te passen op haar eigen kinderen?

“Vooropgesteld dat ik tevreden ben met mijn leven en hoe ik nu leef, heb ik bedenkingen. Om te beginnen zou ik vanuit het talent van het kind werken, niet een opgelegd talent. Ouders moeten zeer gemotiveerd zijn, moeten veel opofferingen willen en kunnen doen en daar hoort privé-scholing bij want het is zonneklaar dat klassikale lessen te veel tijd kosten. Wellicht zouden kleine groepjes ouderen gezamenlijk het experiment kunnen aangaan. Dan moet er kapitaal zijn om trainers en coaches op de juiste momenten in te schakelen. Het is een lange en zware weg. Mijn ouders hadden die motivatie omdat ze wilden bewijzen dat dit leersysteem werkt ongeacht wat de sociale consequenties of de reacties vanuit de maatschappij zijn. Zij waren bereid die hoge prijs te betalen. Als een kind vanuit zichzelf enorm gefocust is op iets, daar van nature een groot talent voor heeft, dan zal de motivatie vanuit de ouders makkelijker zijn. We leven nu in een andere tijd en voor mijn kinderen wens ik alleen dat zij vele talen leren en zich overal in de wereld op hun gemak voelen.”

 


Judit Polgár poseert 15 oktober 2011 voor Ab Scheel

Judit Polgár met echtgenoot

de beste mondiale jeugdspelers Maxime Lagrave

grootmeester met 14 jaar en 7 maanden Anish Giri

ex-wereldkampioen Vladimir Kramnik
foto’s: Ab Scheel

Dit bericht is geplaatst in Telegraaf rubriek met de tags , , , . Bookmark de permalink.